Foto Langer thuis wonen op leeftijd: haalbare kaart?

Langer thuis wonen op leeftijd: haalbare kaart?

L

Langer thuis wonen op leeftijd: haalbare kaart?

Hoe lang kan je thuis blijven wonen als ouder worden steeds meer zorg vraagt? Onderzoeker Nico De Witte (360° Zorg en Welzijn) werpt een realistische blik op de mogelijkheden en grenzen van zelfstandig wonen op leeftijd.

Chris, een luisteraar van de podcast Goed om te weten, zit met een dilemma: zijn 82-jarige moeder woont nog zelfstandig in het ouderlijk huis, maar dat huis is eigenlijk te groot en niet aangepast aan haar noden. Ze wil absoluut niet naar een woonzorgcentrum. Chris werkt voltijds, net als zijn broers. Ze willen wel helpen, maar vragen zich af hoe ze hun moeder kunnen ondersteunen zonder zichzelf voorbij te lopen.

Tine De Donder legt deze prangende vraag voor aan Nico De Witte, gerontoloog en onderzoeker aan het onderzoekscentrum 360° Zorg en Welzijn. Wat volgt is een eerlijk, genuanceerd en soms confronterend gesprek over hoe we in Vlaanderen omgaan met ouderenzorg.

De realiteit van vergrijzing en thuiszorg

Volgens De Witte is de situatie van Chris verre van uitzonderlijk: “Sinds het begin van de eeuw is het aantal ouderen spectaculair gestegen. Toch heeft het beleid lang nagelaten te investeren in ouderenzorg.” Nu de nood hoog wordt, is het beleidsantwoord vooral: ouderen moeten langer thuis blijven wonen.

Maar dat klinkt eenvoudiger dan het is. Thuiszorg klinkt humaan, vertrouwd en wenselijk, maar blijkt vaak moeilijk te realiseren. De woning is zelden aangepast, de zorgvraag groeit, en het aantal beschikbare zorgverleners krimpt. De Witte: “Het aanbod aan zorg krimpt, terwijl de vraag toeneemt. Dat spanningsveld zorgt voor problemen die niet zomaar verdwijnen.”

Mantelzorg: liefdevol maar belastend

Eén van de oplossingen waar de overheid sterk op inzet, is mantelzorg: hulp uit het netwerk van de oudere zelf. Buren, kinderen, familie. De Witte ziet het dagelijks in de praktijk, maar wijst ook op de grenzen. “Niet elke buur wil of kan zorg dragen, en van kinderen wordt steeds meer verwacht. We stellen steeds vaker vast dat mensen vastlopen tussen werk, eigen gezin én de zorg voor hun ouders.”

De psychologische drempels zijn daarbij niet te onderschatten. Ouderen voelen zich vaak bezwaard om hulp te vragen. Sommige zorgtaken zijn te intiem om door een buur uitgevoerd te worden. En voor kinderen is het niet evident om hun ouder te moeten verzorgen: “Dat omgekeerde zorgmodel , namelijk dat het kind voor zijn ouders zorgt, zorgt bij beide partijen vaak voor schaamte of ongemak.”

Professionele hulp: beperkt beschikbaar

Er bestaan gelukkig ook professionele diensten aan huis: poetshulp, maaltijdbedeling, thuisverpleging… Maar ook daar wringt het schoentje. “Er is een schrijnend tekort aan personeel,” aldus De Witte. “Daardoor kunnen zorgverleners niet altijd de tijd nemen die nodig is, en dat maakt het moeilijk om kwaliteitsvolle zorg te garanderen.”

Het gevolg? Mensen blijven soms letterlijk gevangen in hun woning. “We kennen situaties waarin ouderen de hele dag in een zetel zitten, met een afstandsbediening, microgolf en frigo binnen handbereik. Dat is geen kwaliteitsvol leven, ook al blijven ze thuis.”

Is verhuizen dan de enige optie?

Een moeilijke vraag. De meeste ouderen willen niet verhuizen, zeker al niet naar een woonzorgcentrum , dat eigenlijk het enige alternatief is dat goed gekend is. Andere alternatieven zoals asisstentiewoningen, kangoeroewonen of cohousing, zijn minder gekend, en vaak zijn er wettelijke of praktische beperkingen. “Een oudere die de  bovenverdieping  van haar huis wil verhuren aan een jong gezin? Daar komt al snel wetgeving bij kijken. En een aantal assistentieflats staan leeg, omdat de overstap niet vanzelfsprekend is – financieel, emotioneel, sociaal.”

Toch tonen studies dat ouderen die wel kiezen voor een assistentieflat vaak beter scoren op vlak van sociale verbondenheid, voeding, mentale gezondheid en eenzaamheid. “Er is een groep ouderen die bewust kiest voor zo’n gemeenschap,” zegt De Witte. “Ze zoeken niet de zorg, maar de nabijheid van leeftijdsgenoten.”

De sleutel: in gesprek gaan

Wat kan Chris nu concreet doen? Volgens De Witte begint alles met een open gesprek. Samen met de oudere, eventueel met hulp van een zorgprofessional. “Bij HOGENT ontwikkelden we de Samenspraakfiche, een eenvoudige tool waarmee je per levensdomein nagaat: wat loopt goed, wat loopt moeilijk? En wie vindt wat?”

Die fiche biedt een gedeeld vertrekpunt om noden bespreekbaar te maken. En belangrijk: laat het ouder individu zélf beslissen. “We mogen geen keuzes over hun hoofd maken. Maar we moeten wel eerlijk zijn over wat haalbaar is op langere termijn En dat eerlijk zijn geldt zowel voor de familie als voor de professionele zorg.”  

Ook de woonsituatie kan dan ter sprake komen.  Kan de woning aangepast worden, bijvoorbeeld met een traplift? Is verhuizen naar een woning dichter bij de kinderen een optie? Hoeveel tijd kunnen de zonen investeren? Hoe zwaar zal de zorg worden als er iets gebeurt? Het zijn geen makkelijke vragen, maar ze verdienen wel een open antwoord.


Meer weten?

 

Over de auteur

Nico De Witte

Prof. dr. Nico De Witte is gerontoloog  en onderzoeker verbonden aan de onderzoekscentra 360° Zorg en Welzijn en Centre for Applied Data Science.

stuur een e-mail