Aan de slag met geavanceerde DNA-technologie.

State-of-the-art technologie op het vlak van DNA-onderzoek en moleculaire biologie: studenten biomedische laboratoriumtechnologie krijgen de unieke kans om daarmee aan de slag te gaan en nieuwe inzichten te verwerven. Dit is het resultaat van de verwevenheid tussen onderzoek en onderwijs.

De technologie, nanopore sequencing genaamd, betekent een revolutionaire sprong voorwaarts in genomisch onderzoek, verduidelijkt Els Van Mechelen, onderzoekscoördinator van het onderzoekscentrum Water & Health Technology: “Het komt erop neer dat we de lettercode van het DNA nauwkeurig kunnen bepalen - in de context van de opleiding gaat het dan over DNA van bacteriën. DNA bepalen is op zich natuurlijk niet nieuw, maar deze techniek behoort echt tot de meest geavanceerde technologie, die veel minder tijd vergt en minder duur is.”

Authentieke leeromgeving

Dat deze techniek in onderwijscontext kan worden toegepast, is een mooi voorbeeld van hoe onderzoek en onderwijs elkaar versterken. In dit geval deelt onderzoeker Bodine Van Eenooghe, die ook aan UGent verbonden is, haar expertise ter zake met de studenten tijdens practica bacteriologie. “Maar ook andere onderzoekers trachten we nauw te betrekken bij de onderwijspraktijk. Omgekeerd streven heel wat lectoren die zelf geen onderzoek verrichten ernaar om onderzoeksontwikkelingen te integreren in de lessen. Dat biedt een zeer grote meerwaarde voor de opleiding en draagt ertoe bij dat we realistische, authentieke leeromgevingen creëren die zeer inspirerend zijn”, legt Els Van Mechelen uit.

Ze voegt er nog aan toe dat dit financieel niet altijd vanzelfsprekend is, maar het verhoogt sterk de waardering die de opleiding krijgt. Els ervaart dat alumni ook jaren na afstuderen de opleiding biomedische laboratoriumtechnologie dikwijls nog zeer genegen zijn: “Het gebeurt af en toe dat afgestudeerden het bedrijf waar ze actief zijn adviseren om voor bepaalde analyses en labonderzoek bij ons aan te kloppen, omdat ze weten dat we met ons onderzoek de vinger aan de pols houden. Soms levert dat nieuwe dienstverleningsopdrachten op. En aan de basis daarvan ligt een consequente wisselwerking tussen onze onderzoeks- en onderwijspraktijk.”