‘Undercover’ was een populaire fictiereeks op VRT – die nu beschikbaar is op Netflix - waar twee undercoveragenten (gespeeld door Tom Waes en Anna Drijver) infiltreren in een drugsbende. Een ‘discours-analytisch onderzoek’ daarvan kan interessante inzichten opleveren over de maatschappelijke kijk op drugs en drugsgerelateerde problematiek. Jan De Vos, psycholoog, filosoof en lector-onderzoeker verbonden aan het HOGENT-onderzoekscentrum Substance Use and Psychosocial Risk Behaviour (SUPRB), ging ermee aan de slag.
Discours-analytisch onderzoek is een vorm van kwalitatief onderzoek die een ‘discours’ van teksten en beelden analyseert. In dit geval gaat het over een fictief discours van een TV-reeks rond drugs. Het brengt thema’s samen, legt verbanden, en probeert aan de hand daarvan te achterhalen hoe de maatschappij naar drugs kijkt. En dat is precies waar Jan De Vos in het onderzoeksproject DisOnD (Discourse on Drugs) mee bezig is.
Tussen de lijnen
Hij verwijst meteen naar een veelzeggende quote op de website van de serie: “Hoe langer het duurt, hoe meer de zaak onder hun huid kruipt. Slagen ze erin om de leugens vol te houden zonder zichzelf te verliezen?”
“Jezelf verliezen, verstrikt geraken in leugens,… Is dat niet net dat wat we denken waartoe drugs leiden? Met andere woorden, in dergelijke fictiereeksen kan je allerlei beelden, clichés, en misschien zelfs vooroordelen rond drugsgebruik(ers) ontdekken. Soms rechtstreeks, maar vooral tussen de lijnen”, legt Jan De Vos uit.
Dat tussen de lijnen lezen is wat de onderzoeker van SUPRB bijzonder interesseert. Hoe wordt drugsgebruik voorgesteld, hoe worden drugsgebruikers geportretteerd, expliciet maar ook impliciet? Boeiend, maar ook belangrijk, benadrukt hij: “Je mag niet onderschatten hoe fictie onze kijk op de werkelijkheid beïnvloedt. We zien de wereld nu eenmaal door een bepaalde bril, en wat op onze kleine of grote schermen passeert, kleurt die bril in belangrijke mate.”
Drugs en gender
Jan De Vos geeft een voorbeeld over hoe drugs in Undercover impliciet aan gender gerelateerd worden: Tom Waes, de stoere superflik in de serie, drinkt vaak (en veel) bier - na een zware dag verdient hij dat wel, zo zegt hij zelf. Hij heeft het onder controle, zo wordt aan de kijker gesuggereerd. Anna Drijver, ook wel best een stoere superflik, laat zichzelf iets meer gaan, ze neemt al eens XTC. Maar bij haar wordt gesuggereerd dat ze het niet volledig onder controle heeft, dat ze mentaal niet zo stabiel is.
“Je mag niet onderschatten hoe fictie onze kijk op de werkelijkheid beïnvloedt.”
Jan De Vos, onderzoeker onderzoekscentrum Substance Use and Psychosocial Risk Behaviour.
“En dat kan je aan ander onderzoek koppelen dat aantoont dat we anders kijken naar drugsgebruik met betrekking tot gender. Bij meisjes of vrouwen wordt drugsgebruik meer geproblematiseerd - zeker als het over jongere meisjes gaat. We plakken er vlugger een psychiatrisch label op, we veroordelen vlugger en we willen vlugger ingrijpen.”
Zo zijn verschillende thema’s die in deze serie via discours-analytisch onderzoek aan de oppervlakte komen (bv. vooroordelen op basis van huidskleur en afkomst). Het kan volgens de onderzoeker boeiend zijn om te vergelijken: verschilt de beeldvorming rond drugs in fictie met bijvoorbeeld die in overheidscampagnes? Of met de portrettering van drugs(gebruik) in hulpvoorzieningen? Evolueert die beeldvorming? En wat zegt dat over de maatschappij?
De fictiereeks en het discours-analytisch onderzoek zijn volgens Jan De Vos een interessant uitgangspunt voor verder onderzoek: “Als bijvoorbeeld jongeren naar deze serie kijken, wat nemen ze daaruit mee? En wat met bezorgde ouders, hoe beïnvloedt dat hun kijk op hoe hun kinderen met middelen omgaan? Daarnaast rijst de vraag hoe dergelijke fictie ook de mensen die middelen gebruiken en/of hulpverleners beïnvloedt. Er is dus nog veel onderzoekswerk aan de winkel.”
Publicatiedatum: 26/09/2023