Het missen van voorzieningen | Dirk 69 jaar


Dirk is een 60’er. Hij is gepensioneerd en sinds een paar jaar weduwnaar. Hij kwam 15 jaar geleden in sociaal wonen terecht toen hij introk bij zijn partner. Zij had een handicap en woonde al in een sociale woning. Hij woont op het gelijkvloers in een appartement met één slaapkamer, in een middelhoogbouw.
Hij woont er graag en neemt er op vraag van de maatschappelijk assistent van de woonmaatschappij een aantal conciërgetaken op zich.

Dirk is een actieve man. Hij is iedere dag ergens naartoe, hetzij voor zijn vrijwilligerswerk bij een vzw, voor zijn hobby’s, hetzij op stap met vrienden … Hij doet al die trajecten met zijn auto want het is allemaal buiten de buurt.

Een maand geleden is Dirk echter aangereden door een scooter op de drukke weg toen hij te voet zijn krant ging kopen in het tankstation. Zijn been zit in het gips en hij kan niet autorijden. Het openbaar vervoer nemen, lukt hem wel, maar met veel moeite.

Door deze ervaring beseft Dirk plots hoe weinig voorzieningen er in de buurt zijn. Voor zijn boodschappen neemt hij anders de auto naar een supermarkt buiten de buurt. Maar nu stelt hij vast dat er niet eens een buurtwinkel is.
Of toch, maar het is een Marokkaanse winkel en hij vindt er zijn vertrouwde producten niet.
En de bakker waar hij vroeger ging, vóór hij zijn brood in de supermarkt begon te kopen, is intussen al een paar jaar verdwenen.
Dirk kan wel eens aan zijn vrienden vragen om hem naar de supermarkt te brengen, maar hij wil niet te veel beroep op hen doen.

Hij probeert zich te redden met het openbaar vervoer, hoewel hij slechts weinig kan dragen. Hij vindt het bovendien vervelend dat er zo weinig bussen zijn buurt aandoen. Slechts twee per uur, en soms valt er één van tussenuit, waardoor hij heel lang moet staan wachten.
Gelukkig is er wel een overdekt bushokje met een zitbank.
De verbinding met de supermarkt is rechtstreeks. Maar als Dirk bijvoorbeeld naar zijn vrijwilligerswerk wil, dan moet hij nog twee keer overstappen.

Dirk kijkt ernaar uit terug mobiel te zijn. Hij voelt zich gefrustreerd en ook eenzaam omdat hij te weinig mensen ziet. Maar hij maakt zich ook zorgen over de toekomst. Wat als hij te oud wordt om nog met zijn auto te kunnen rijden? Hoe zal hij dan aan zijn boodschappen geraken? Waar zal hij nog actief kunnen zijn en mensen kunnen ontmoeten?

De maatschappelijk assistent van de woonmaatschappij en Dirk hebben geregeld contact naar aanleiding van zijn conciërgetaken. De eerste merkt op dat Dirk het lastig heeft en stelt voor dat Dirk naar het lokale dienstencentrum zou gaan om te lunchen en intussen onder de mensen te zijn. Maar Dirk voelt niet veel voor dat idee. Hij ziet zichzelf niet als doelgroep van zo’n dienstencentrum.

Hij vertelt Dirk ook dat er sinds een paar maanden een nieuwe buurtwinkel is. Het is een project van verschillende partners om uit te testen of zo’n buurtwinkel werkt. Het is wel een eind stappen voor Dirk. Maar hij test het uit. Dirk vindt het wel een goede optie wanneer hij iets vergeten is. Zijn grote boodschappen zal hij echter in de supermarkt blijven doen, want de buurtwinkel is een pak duurder.