Foto Television, the drug of a nation?

Television, the drug of a nation?

T

Television, the drug of a nation?

De Belgische Nationale Drugscommissaris Ine Van Wymersch (en samen met haar verschillende ander officiële instanties) is bezorgd over de groeiende banalisering van drugs. Het lijkt best oké om xtc te slikken op een festival of een lijntje coke te snuiven op een feestje. Dat beeld laat ons geloven dat met drugs geen criminaliteit gemoeid is, of dat er geen gevolgen zijn voor de mentale en fysieke volksgezondheid, vindt ze.

Van Wymersch wijst op de verantwoordelijkheid van de media en stelt dat de ‘War on Drugs’ niet alleen draait om het opsporen van bendes en drugslabo’s, maar ook om het bijstellen van de beeldvorming.  

Fictie tussen banalisering en fascinatie 

Populaire fictie – denk aan Breaking Bad, Euphoria of dichter bij huis: Undercover, Eigen Kweek en Knokke Off – lijkt op het eerste gezicht mee te stappen in de normalisering of zelfs de verheerlijking van middelengebruik. Toch is het beeld genuanceerder.  

In Undercover, bijvoorbeeld, zien we opvallend weinig druggebruik. De XTC-pillen die het hele verhaal aandrijven, blijven grotendeels buiten beeld. “Dat is geen toeval,” zegt Jan De Vos, onderzoeker van onderzoekscentrum Susbstance Use and Psycosocial Risk behaviours. “De afwezigheid van drugs in beeld maakt net deel uit van hun aantrekkingskracht. Zoals in horror geldt: don’t show the beast. De spanning zit in wat je niet ziet, maar wel voelt.”  

Het gaat in fictie over middelengebruik niet zozeer over het banaliseren en normaliseren van drugs maar vooral over het gevaarlijk en sexy maken van drugs en het verbeelden van het leven on the edge. “Als we fictie willen ontleden moeten we niet zomaar kijken naar het getoonde en het verbeelde, we moeten ook oog hebben voor wat er tussen de lijnen verschijnt. Daar zitten de werkzame bestanddelen van het krachtige middel dat fictie is.” 

Clichés en vooroordelen 

Jan De Vos dook voor zijn onderzoek in de serie Undercover en daar worden meteen enkele duidelijke clichés op vlak van sociale klasse en ras opgevoerd. De marginale sjoemelende gebruiker, de opgefokte, platvloerse drugsproducent en zijn naïeve vrouw, ‘de Chinezen’, ‘de Italianen’, ‘de Polen’ die allemaal onbetrouwbaar, agressief en niet zo snugger blijken te zijn. De voorbeelden zijn legio.  

Een minder duidelijk maar diepgeworteld vooroordeel gaat over gender. Bob, de mannelijke agent, drinkt geregeld alcohol, maar wordt voorgesteld als stoer, functioneel en beheerst. Zijn vrouwelijke collega Kim daarentegen, experimenteert met XTC en seksualiteit. Haar gebruik wordt verbonden aan trauma, schuldgevoelens, en emotionele instabiliteit. 

“Dit sluit aan bij een diepgeworteld patroon,” zegt De Vos. “Mannen drinken, vrouwen gebruiken drugs – en bij vrouwen is dat sneller problematisch, pathologisch zelfs. Jongens ‘experimenteren’, meisjes ‘verliezen zichzelf’.” 

Fictie toont in eerste instantie drugs als een probleem van de ander; de andere klasse, de andere sekse, het andere ras. Dit legt iets bloot over hoe we in de maatschappij kijken naar en omgaan met middelen(gebruik). Undercover suggereert dat wanneer iemand faalt om zichtzelf en zijn/haar gebruik onder controle te hebben, we vaak de oorzaken moeten zoeken in gender, ras of klasse. 

Een spiegel voor onszelf 

Jan doet nog een andere opvallende vaststelling. Undercover toont ons naast drugs talloze andere verslavende middelen: alcohol, sigaretten, junkfood, geld, seks, werk. Middelen om ons te ontspannen of om ons op te peppen, om ons af te sluiten of om samen te gebruiken, middelen die we controleren of middelen die ons controleren.  

“Het begrip ‘middel’ verbreedt zich,” stelt De Vos. “We kunnen binge-eten, binge-drinken, binge-kijken, binge-werken. De mens is een raar beestje met een voortdurende honger naar iets anders, naar iets meer dan het gewone, naar meer op zich en van daar potentieel naar meer en meer. In die zin houdt fictie ons ook een spiegel voor. Middelengebruik als een manier om om te gaan met het complexe en soms betekenisloze leven.” 

Een analyse van fictie kan op die manier een kritisch perspectief bieden op de ruimere denkbeelden in de maatschappij over middelen en middelengebruik(ers).  

Platte platitudes pareren 

Het debat rond beeldvorming focust vaak op banalisering: maken media middelengebruik te normaal, te aantrekkelijk? Maar volgens De Vos is dat niet de juiste vraag. We moeten ons eerder afvragen: wat wordt precies getoond – en hoe? Fictie kan ons iets leren over onszelf, over hoe we kijken naar middelengebruik, en waarom we daar zo vaak ongemakkelijk van worden. 

De Vos besluit: “De ‘war on the banalisation of drugs’ dreigt te verzanden in platitudes. Ja, er zit veel banalisering en ordinaire romantisering in de beeldvorming over middelengebruik, maar laten we dat alsjeblieft niet vervangen door evenzeer platte banaliseringen (‘drugs is chemische brol’) en romantiseringen (‘life is beautiful’) in onze commentaren, in ons beleid en onze hulpverlening. Wat we nodig hebben, is een diepere blik op de aantrekkingskracht van middelen – en op het verlangen dat erachter schuilt. Niet om gebruik te verheerlijken, maar om het menselijk te begrijpen.” 

 

Over de auteur

Jan De Vos

Jan De Vos is lid van het onderzoekscentrum SUPRB en doet kritisch discoursanalytisch onderzoek van (fictionele) teksten en beelden rond drugs(gebruik)(ers). Hij onderzoekt de impact ervan op drugs(gebruik)(ers) zelf, met speciale aandacht voor psychologisering, medicalisering en juridisering. 

stuur een e-mail

 

Meer weten?

Heb je nog meer benieuwde of bezorgde vragen over drugs? Dan is de gids 'Tussen de lijntjes. Waarheden en vooroordelen over drugs: een gids zonder oordeel' zeker iets voor jou.

Ontdek ook al het onderzoek van Jan en zijn collega's op de website van het onderzoekscentrum SUPRB.

Vond je deze pagina al de max? Check dan zeker ook deze eens.

Bijscholingen
Opleidingen en bijscholingen. Je wil je kansen op de arbeidsmarkt vergroten? Je kennis verder uitbreiden of verdiepen? Of misschien wil je wel eens iets helemaal nieuws proberen? Voor al wie …
Ruminaai
Schapen en geiten zijn zeer populair op zorg- en kinder­boerderijen en worden vaak ingezet in therapie, onderwijs en ontspanning. Er wordt echter te weinig stilgestaan bij de mogelijke …
360° Zorg en Welzijn
Volg ons op LinkedIn Bij 360° Zorg en Welzijn streven we ernaar om zorg- en hulpverlening te transformeren naar een toekomstbestendig en kwaliteitsvol niveau. Onze …