Van 5 tot 9 december trok een uitgebreide handelsmissie, onder de leiding van prinses Astrid, naar Japan. HOGENT nam voor het eerst deel aan zo’n economische missie en ging er - met succes - op zoek naar samenwerkingsverbanden met plaatselijke hogeronderwijsinstellingen.
Een economische missie heeft de bedoeling om in het land van bestemming handelsrelaties aan te knopen, België als handelspartner op de kaart te zetten en akkoorden te sluiten. Dat Japan, een land met een traditie in innovatie en hoogtechnologische kennis en ontwikkelingen, belangrijk is als handelspartner, hoeft geen betoog. Omgekeerd blijkt er ook vanuit Japan veel interesse om de economische banden met België aan te halen – onze rijke biercultuur trekt er veel aandacht, maar ons land draagt in Japan ook een reputatie van innovatieve regio mee.
Uitwisselingsprogramma’s
Wellicht is die context niet vreemd aan het feit dat de missie naar Japan bijna uit zijn voegen barstte: een bonte delegatie van liefst 600 politici, bedrijfsleiders, academici en journalisten, trok in het zog van prinses Astrid naar het land van de rijzende zon. Onder hen ook drie HOGENTenaars: Rudi Madalijns, departementshoofd van Bedrijf & Organisatie (DBO), Chantal Teerlinck, opleidingshoofd Digitale Innovatie en Fabienne Mornie, verantwoordelijke internationalisering bij DBO.
Rudi Madalijns en Fabienne Mornie in Japan, waar de coronamaatregelen nog de orde van de dag zijn.
Rudi Madalijns noemt de missie in Japan alvast “een mooie, intensieve ervaring”, met een zeer gevuld en gevarieerd programma van grote events, workshops, netwerkmomenten, e.d. “We trokken naar Japan om er concrete samenwerking te kunnen realiseren met hogeronderwijsinstellingen ter plaatse, onder meer op het vlak van uitwisselingsprogramma’s voor studenten. Met twee instellingen staan we zeer dicht bij een samenwerkingsakkoord. Mogelijk kunnen we al vanaf volgend academiejaar uitwisselingen organiseren van en naar Japan”, situeert hij.
Dat is minder evident dan het lijkt: ook de rectoren van de Vlaamse universiteiten namen deel aan de missie en zijn voor de grote Japanse universiteiten vanzelfsprekend de geprivilegieerde gesprekspartners. Hogescholen blijven er de kleine broertjes en moeten zich dus anders profileren en ook uitkijken naar een ander type partnerinstellingen. “Maar dat het zinvol is om ons beter te profileren, daar ben ik van overtuigd. Wij zitten niet in het vaarwater van de universiteiten en dat moeten we ook duidelijk maken”, benadrukt Rudi.
Businesskaartjes
Daarnaast is zo’n economische missie een unieke gelegenheid om te netwerken: “Zelden zijn zo veel mensen uit de top van de politieke, economische en onderwijswereld samen. Bovendien stimuleert het feit dat je enkele dagen samen bent in een volledig andere omgeving de onderlinge contacten. En nieuwe connecties kunnen vroeg of laat altijd leiden tot een of andere samenwerking en het zet HOGENT mee op de kaart”, zegt Rudi.
De trip naar Japan gaf hem ook inzichten over de Japanse zakencultuur: “Die is veel hiërarchischer dan wat wij gewoon zijn. Het gaat er een stuk formeler aan toe. Ook het cliché van de businesskaartjes is verre van een karikatuur: businesskaartjes uitwisselen is letterlijk het eerste wat gebeurt bij een contact met een Japans gesprekspartner. Zonder businesskaartjes ben je daar hopeloos verloren.”
Senegal
De prinselijke economische missies worden twee keer per jaar georganiseerd. De volgende vindt plaats in mei en gaat naar Senegal. Bedoeling is dat HOGENT er opnieuw van de partij zal zijn, wellicht zullen dan vertegenwoordigers van andere departementen deelnemen.
Publicatiedatum: 15/12/2022